kopaleida

froukje slofstra

ALEIDA SCHOT-PRIJS VOOR VERTALINGEN 2007

 

Behalve de Aleida Schotprijs wint de vertaling Leven & lot een prestigieuze Russische vertaalprijs Het Internationale Vertaalcentrum voor Russische literatuur bekroonde onlangs de vertaling van Froukje Slofstra van Leven & lot van Vasili Grossman.

Froukje Slofstra won in de categorie 'debuutvertalingen proza'. Het uitgebreide nawoord bij deze roman werd eveneens door Slofstra verzorgd. Leven & lot werd in 1961 door de KGB in beslag genomen en kon pas twintig jaar later worden gepubliceerd. Het boek geldt als een twintigste-eeuwse klassieker.

De uitreiking vond op 1 juli 2010 plaats in Sint Petersburg tijdens een plechtige ceremonie van het Instituut voor Russische Literatuur (Poesjkinhuis) in aanwezigheid van de leden van een internationale raad van experts.

Froukje Slofstra ontving afgelopen jaar de Aleida Schotprijs voor haar vertaling van de Russische roman Leven & lot van Vasili Grossman. Deze prijs voor vertalingen uit de Slavische literatuur bedraagt € 2.500 en wordt elke twee jaar uitgereikt door de Aleida Schot Stichting.

Froukje Slofstra is een jonge veelbelovende vertaalster uit het Russisch. Zij heeft met haar vertaling volgens de jury volkomen recht gedaan aan het meesterwerk van Grossman. Froukje Slofstra woont en werkt in New York.

 

froukjeportret

Froukje Slofstra

Vasili Semjonovitsj Grossman (1905-1964) reisde tijdens de Tweede Wereldoorlog als journalist met het Rode Leger mee en rapporteerde over de gevechten aan het Oostfront, waaronder de slag om Stalingrad. Zijn veelgelezen, niets verhullende ooggetuigenverslagen bezorgden hem grote populariteit. Hij was een van de eerste journalisten die de concentratiekampen Majdanek en Treblinka zag en op indrukwekkende beschreef. Zijn latere werk, waarin hij met diezelfde openheid schreef over de communistische onderdrukking, kwam grotendeels niet door de censuur. In 1960 werd Leven & lot door de KGB in beslag genomen. Twintig jaar na Grossmans dood werd een bewaard gebleven kopie van het manuscript naar het westen gesmokkeld. Inmiddels is Leven & lot vertaald in alle grote Europese talen en geldt het als een van de grootste romans van de twintigste eeuw.


ter inleiding - the forgotten war

‘The Forgotten War’, zo heette een Amerikaanse documentaire televisieserie uit het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw, waarin aandacht werd besteed aan de gebeurtenissen aan het oostfront tijdens de Tweede Wereldoorlog. Operatie Barbarossa, het beleg van Leningrad, de slag om Stalingrad, de tankslag bij Koersk en tenslotte de verovering van Berlijn: het werd allemaal door de Amerikanen met indringende beelden en duidelijk commentaar getoond. Toch kwam er vrijwel direct protest uit Moskou. Want waarom heette die serie zoals ze heette: de vergeten oorlog? In de Sovjetunie immers was niemand en niets vergeten als het om de Grote Vaderlandse ging: “Никто не забыт, ничто не забыто”. En zo zou het blijven. “Вечная слава!” Waarom spraken de Amerikanen dan wel in zulke termen?

Inderdaad, de titel van die documentaire vat in één zin de verwijdering samen die na mei 1945 om ideologische redenen, die opeens weer de kop opstaken nu de kanonnen zwegen, de voormalige geallieerden uiteen dreef. Men wist niks meer van elkaar en men wilde ook niks meer van elkaar weten. Zelden zullen overwinnaars elkaar na gedane zaken zo rücksichtlos de rug hebben toegekeerd. Weliswaar is het zo dat in de geschiedenis van de oorlogvoerende mensheid nog nooit twee onderling zo verschillende blokken een alliantie zijn aangegaan om een derde blok op de knieën te krijgen en te vernietigen. Het was een Orwelliaanse megaconstructie, die nadien niet meer herhaald is en we mogen alleen maar hopen dat dat zo zal blijven. Maar het verklaart nog niet waarom oost en west elkaar, toen de inkt van de capitulatiedocumenten nog niet droog was, zo fanatiek begonnen te verketteren. Toch gebeurde dat. Met een akelige klap viel het ijzeren gordijn naar beneden en benam ons het zicht op de andere kant. En andersom. Een tijd van mythologisering van de wereldoorlog brak aan. Met de onvermijdelijke verdraaiingen van het perspectief en het kanoniseren van halve waarheden en hele leugens.

Mijn generatie van babyboomers en vlak daarvoor, zeg maar de nieuwe pensioengerechtigden van nu, is in het westen opgegroeid met het verhaal dat de bevrijding van de Duitse overheersing te danken is geweest aan D-day, de geallieerde invasie in Normandië van 6 juni 1944. Daar kan mijn generatie niets aan doen, het is ons met de paplepel ingegoten en gehoorzaam zwijgend hebben wij die kost tot ons genomen. Maar het blijft wonderlijk, dat het onloochenbare gegeven, dat vanaf de herfst van 1942 de maandenlange bittere strijd om en in Stalingrad in talloze huiskamers van het bezette Europa ademloos via verboden zenders werd gevolgd, en dat de eindoverwinning van de Sovjettroepen in diezelfde huiskamers met grote vreugde werd begroet, in ons deel van de wereld niet heeft doorgeklonken nadat de oorlog was afgelopen. Misschien was men te zeer bezig met de wederopbouw in eigen land, misschien waren er onoverkomelijke politieke tegenstellingen, misschien ook betrof het een psychologisch mechanisme dat waarheidsgetrouwe herinneringen aan de oorlog verbood en het hele ellendeverhaal het liefst uit het geheugen wilde wissen, maar feit is dat de generatie vóór de mijne vrijwel niets heeft gedaan om het verhaal over de realiteit van de kolossale sovjet-inspanningen om het moederland te redden, en daarmee de gemeenschappelijke anti-fascistische zaak te dienen, ongeschonden door de woelige naoorlogse jaren heen te loodsen. Over Leningrad, Koersk en Stalingrad werd te onzent nauwelijks meer gesproken en de term ‘geallieerden’ gold al spoedig slechts exclusief voor de westerse bondgenoten.

We weten hoe het verder is gegaan. De Russen misten hun Sternstunde, die ze als overwinnaars van het nazibeest in 1945 zeker toekwam, doordat Stalin en de zijnen de vooroorlogse matrix, en nog erger dan dat, weer over het zegevierende land legden. Van gevleugelde halfgoden werden de terugkerende frontsoldaten binnen mum van tijd weer kruipende wormen, zoals Aleksander Zinovjev eens opmerkte. Tegelijkertijd zwol het ontmenselijkte verhaal van de Sovjet­heroïek in de oorlog in eigen land op, zoals ook in ons Westen het voornamelijk Amerikaanse heldendom op de slagvelden richting Berlijn steeds breder werd uitgemeten, vooral in de film. Men toonde zijn stalen, onaantastbare overwinnaarsgezicht, tout court. En dat leidde tot niets dan wederzijds onbegrip en wantrouwen.

Na lezing van Leven & lot, zo mooi en invoelend vertaald door Froukje Slofstra, krijg je, kreeg ik althans, het gevoel dat dit nu juist een boek was geweest dat al die duistere onzinnigheden van de koude oorlog had kunnen mitigeren als het rond 1960, toen het af was, had kunnen verschijnen, juist in een periode dat de spanningen met het westen langzaamaan tot een kookpunt kwamen. Ja, het boek geeft credits aan Stalin als instigator van de grote omsingeling van Stalingrad, de ‘hoofdstad van de Tweede Wereldoorlog’, en de uiteindelijke vernietiging van het zesde leger van Paulus. Zonder meer een krijgskundig hoogtepunt zonder weerga. Maar het boek zegt ook, op talloze manieren, dat ‘de oorlog het Stalinistische vuil van het gezicht van Rusland zal wassen’, zoals Grossman zelf meende, en het verhaalt ook over de heldhaftige strijders in Huis 6/1, die in het zicht van de dood als vrije mensen willen vechten en de raadgevingen van de politieke commissaris daarbij niet nodig hebben, zoals u straks uit het voorgelezen fragment zult kunnen ervaren.

Een vergelijkbaar boek uit het westerse kamp, met zoveel waarheid en twijfels, over de Tweede Wereldoorlog is mij niet bekend.

Leven is vrijheid, is een credo van Grossman. Het is een uitgangspunt dat in de jaren zestig door het Kremlin niet werd gehonoreerd, het manuscript werd in beslag genomen. Uiteindelijk werd Zjizn i soed’ba in 1988, in de aanzwellende perestrojka, toch in de Sovjetunie uitgegeven. In een oplage van 200.000 exemplaren, niet weinig. De redactie van het boek bestond vrijwel geheel uit vrouwen – dat vind ik ook een veelzeggend iets, zonder dat ik het verder wil benoemen. Of er een tweede druk op is gevolgd weet ik niet. Wel wil ik nadrukkelijk zeggen dat het feit, dat cultureel attaché Aleksandr Pankov van de ambassade van de Russische Federatie hier straks het woord zal voeren, mij buitengewoon positief stemt. In een tijd dat de relaties tussen Rusland en het Westen door allerlei omstandigheden weer verslechterd lijken, is het een groot goed dat er op het terrein van de literatuur toch weer een raakvlak wordt gevonden. Wij in Nederland kunnen ons slechts gelukkig prijzen dat deze schitterende vertaling van een boek dat het luik opent naar de diepste diepten van de Russische ziel, want zo zie ik deze oorlogskakoskoop, thans binnen ons bereik is gekomen. En, een voorschot nemend op het oordeel van de jury, ik feliciteer Froukje Slofstra van harte met haar geweldige prestatie. Zij heeft een cruciaal en onvergetelijk boek voor ons Nederlandse publiek toegankelijk gemaakt.

Alexander Münninghoff, voorzitter

Gertruud Alleman, secretaris
Aai Prins
mr. F.W. Grosheide
mr. H.C.S. Warendorf
mr. M. Wolters, penningmeester


aleida, een schot in de roos !

Toespraak van Charlotte Mutsaers


verslag van de jury

De jury had zich al uitvoerig beraden over enkele serieuze kanshebbers op de Aleida Schotprijs 2009, toen in de herfst van 2008 de grote roman Leven & lot van de Russische schrijver Vasili Grossman verscheen. Zowel de roman zelf als de vertaling ervan maakten zo’n sterke indruk dat de jury het er al snel over eens was dat de prijs voor de beste vertaling uit een van de Slavische literaturen die de afgelopen twee jaar is verschenen toekwam aan Leven & lot.

Leven & lot is een bijzonder boek met een bijzondere geschiedenis. Het is in feite het tweede deel van een groots epos over de Tweede Wereldoorlog, met als centraal gegeven de slag om Stalingrad. Net als in Tolstojs Oorlog en vrede wisselen oorlogsscènes zich af met beschrijvingen van familieleven. De hoofdpersoon daarin is de joodse natuurkundige Viktor Pavlovitsj Strum, in wie Grossman veel van zichzelf heeft gelegd.

Het eerste deel van het epos, Za pravoje delo (‘Voor een rechtvaardige zaak’) is niet in het Nederlands vertaald. Het boek verscheen in Rusland in 1952, toen Stalin nog aan de macht was en draagt duidelijk de sporen van de strakke controle die de communistische partij in die tijd uitoefende op de literatuur. Het is een typisch socialistisch-realistische roman geworden, waarin de rol van Stalin en de partij worden geprezen en de personages nogal vlak zijn. Om zijn boek gepubliceerd te krijgen heeft Grossman zich flink moeten aanpassen. Ondanks al die aanpassingen werd het boek in de Pravda door een ‘partijcriticus’ de grond in geboord, ook al was het bij de lezers een succes. Grossman vreesde arrestatie, maar de dood van Stalin voorkwam dat.

Het tweede deel van zijn epos, Leven & lot, schreef Grossman grotendeels na de dood van Stalin, tijdens de ‘dooiperiode’ van Chroesjtsjov. De tijden waren veranderd en hij meende zich nu veel meer te kunnen permitteren, waaronder kritiek op Stalin en het communistische systeem en het beschrijven van personages die niet alleen maar heldhaftig waren, maar zorgen en problemen konden hebben. In 1961 had hij Leven & lot af en stuurde hij het ter beoordeling en publicatie naar de redactie van een literair tijdschrift. Een paar maanden later – Grossman had nog niets van de redactie vernomen – stonden er plotseling een paar agenten van de KGB op zijn stoep die niet hemzelf kwamen arresteren, maar wel zijn roman. Na een grondige huiszoeking werden alle versies en kopieën van de roman in beslag genomen en werd Grossman geprest de namen te noemen van hen aan wie hij een kopie had gegeven. De roman, althans zo meende en hoopte de KGB, was zonder veel ophef van de aardbodem verdwenen.

Maar, zoals Michail Boelgakov heeft gezegd: ‘Manuscripten branden niet’. Eén kopie van zijn roman, die Grossman aan een vriend had gegeven, is niet door de KGB geconfisqueerd. Hiervan werd in de jaren zeventig – Grossman was toen al overleden – een microfilm gemaakt die naar het Westen werd gesmokkeld. In 1980 verscheen de boekuitgave in het Russisch bij een Zwitserse uitgever.

Leven & lot kreeg toen het eenmaal gepubliceerd was niet de aandacht die het verdiende. Het westerse lezerspubliek was in de jaren zeventig overstroomd met literatuur van Russische dissidente schrijvers, in de eerste plaats Solzjenitsyn, wiens gevecht met de machthebbers in de Sovjet-Unie jarenlang wereldnieuws was en wiens werk overal vertaald werd en enorme oplagen haalde. Toen Grossmans roman verscheen was de ‘mode’ voorbij – men had geen zin in nog weer een dik boek over de uitwassen van de Stalintijd. Er was in elk geval in ons land geen uitgever te vinden die het risico aandurfde. Nu, bijna dertig jaar later, in een tijd waarin Solzjenitsyn nauwelijks meer gelezen wordt en een nieuwe lezersgeneratie de dienst uitmaakt, is het dan toch gelukt en ligt er in een fraaie gebonden editie een Nederlandse vertaling van Grossmans indrukwekkende roman.

Waarom is die roman zo indrukwekkend? Hij geeft, in de eerste plaats, een prachtig en overtuigend tijdsbeeld: meeslepende beschrijvingen van de slag om Stalingrad, waar de Duitsers uiteindelijk het onderspit dolven en die een keerpunt betekende in de Tweede Wereldoorlog. Uitstekende beschrijvingen ook van het ‘gewone’ leven in de Stalintijd, met hechte, maar ook moeizame persoonlijke relaties en door opportunisme en angst bepaalde collegiale verhoudingen. Daarbij komen, in de beste traditie van de Russische roman, generaliserende opmerkingen over grote thema’s als leven, liefde en dood, de problematiek van goed en kwaad, oprechtheid en leugen, moed en lafheid. De auteur neemt daarbij geen blad voor de mond en maakt bijvoorbeeld op verschillende plaatsen in zijn roman een expliciete vergelijking tussen Hitler en Stalin, het nazisme en het communisme, beide even verderfelijk, beide geen enkele rekening houdend met vrijheid en menselijke waardigheid.

Een belangrijke roman als Leven & lot verdient een goede vertaling. De jury heeft, na zorgvuldige controle, tot haar genoegen kunnen constateren dat de vertaling niet zomaar goed, maar meer dan voortreffelijk is. Dat is des te opmerkelijker daar de vertaalster, Froukje Slofstra, geen doorgewinterde vertaler is die haar sporen al ruimschoots heeft verdiend, maar als jonge vertaler nog betrekkelijk aan het begin van haar carrière staat. Het heeft de jury verbaasd en aangenaam getroffen dat zij Grossmans roman, waarvan het Russisch bepaald niet gemakkelijk is, zo briljant heeft weten te vertalen. In de hele roman heeft de jury geen passage kunnen vinden die gewrongen klinkt, het woordgebruik valt nergens uit de toon, de militaire zowel als de natuurwetenschappelijke terminologie is vlekkeloos, de soms lange zinnen, met de voor het Russisch typische participiaconstructies, zijn in vloeiend Nederlands omgezet. Een willekeurige oorlogspassage:

Vanuit de voorste observatiepost waren de explosies van de Sovjetgranaten duidelijk te zien, de vettige, zwarte en gele rook die omhoogwervelde, de opspattende aarde en modderige sneeuw, het melkachtige wit van het stalen vuur. De artillerie verstomde. Een rookwolk vermengde zijn hete, kurkdroge slierten langzaam met de koude, vochtige nevel boven de steppe. En onmiddellijk daarna was de lucht vol van een nieuw geluid, een gespannen, breed uitwaaierend gebrom: de Sovjetvliegtuigen vlogen naar het westen. Het geronk, gegier en gebrul maakten de gelaagde hoogte van de blinde wolkenhemel tastbaar: de gepantserde gevechtsvliegtuigen en de jagers vlogen vlak boven de grond, neergedrukt door de laaghangende wolken, terwijl in en boven de wolken de basstemmen van de onzichtbare bommenwerpers dreunden. (blz. 655)

Een tweede, bijna even willekeurig gekozen passage met een natuurbeschrijving:

Op dagen zonder sneeuw in november en december biedt de weg door de Kalmukse steppe een wonderlijke aanblik: je ziet dezelfde droge, grijsgroene begroeiing en hetzelfde dwarrelende stof als in de zomer, en het valt niet uit te maken of de steppe is uitgedroogd en gehard door de zon of door de vorst. Misschien komen hier daarom luchtspiegelingen voor: de grens tussen de lucht en de aarde, tussen het water en de zoutvlakten is uitgewist. De geest van een dorstige man wordt geprikkeld, zijn gedachten worden dooreengeschud en plotseling begint de wereld andere vormen aan te nemen: uit de hete lucht vormen zich blauwige, ranke gebouwen van steen, de schrale aarde begint zachtjes te kabbelen, tot aan de horizon strekken zich palmentuinen uit en de stralen van de verschrikkelijke, verschroeiende zon versmelten met stofwolken en veranderen in de gouden koepels van tempels en paleizen. Zo schept een mens zelfs in een moment van uitputting uit de hemel en de aarde de wereld van zijn verlangens. (blz. 290)

Een goede vertaling verraadt zich niet alleen door perfect Nederlands, maar ook door geslaagde, volstrekt natuurlijk klinkende, ‘creatieve’ vondsten, waarbij het niet zozeer aankomt op vertalen als wel op het vinden van evenwaardige zaken in het Nederlands. Als de auteur hooggeplaatsten ten tonele voert, die het Russisch niet helemaal goed beheersen, lezen we in de vertaling: ‘Hij had altijd gediend onder mannen die de kalibers van het geschut niet kenden, die niet in staat waren een door iemand anders voor hen geschreven toespraak foutloos voor te lezen, die zich vergisten bij het kaartlezen, die “normalíter”, “geeneens” en en “u moet zich goed beseffen” zeiden’ (blz. 340-341).

Behalve voor haar uitstekende vertaling verdient de vertaalster ook veel lof voor het werk eromheen. De uitgave is voorzien van een uitvoerig notenapparaat, een lijst van personages, kaartjes van Rusland en Stalingrad en een afgewogen, van kennis van zaken getuigend nawoord, waarin de geschiedenis van Grossman en zijn boek uit de doeken wordt gedaan. Er is op deze manier een werkelijk ideale uitgave tot stand gekomen. De jury draagt Froukje Slofstra dan ook met het grootste genoegen voor voor de Aleida Schotprijs 2009.

De jury

Arthur Langeveld
Willem G. Weststeijn


dankwoord van froukje slofstra

Dames en heren, Ik voel me bijzonder vereerd met de Aleida Schot-prijs 2009 – en ook een beetje ongemakkelijk. Dat laatste in de eerste plaats omdat Vasili Grossman zelf nooit enige erkenning gekregen heeft voor zijn belangrijkste roman. Op 5 januari 1961 ontving hij, na maanden wachten op een reactie van het tijdschrift Znamja waarin hij zijn boek hoopte te publiceren, het volgende afgemeten briefje:

Geachte Vasili Semjonovitsj,

Zoals u bekend, heeft de redactieraad van Znamja op 19 december 1960 vergaderd over de door u ingestuurde roman Leven en lot (u had beloofd deze vergadering bij te wonen, maar bent niet gekomen). Na uitvoerige evaluatie van de roman, is de redactieraad tot de eensgezinde conclusie gekomen dat de roman ongeschikt is voor publicatie op politiek-ideologische gronden. U bent diezelfde dag telefonisch op de hoogte gesteld van die beslissing door V.M. Kozjevnikov. Hij heeft ook de bewee­redenen van de redactieraad voor het afwijzen van uw roman toegelicht. Daarnaast heeft V.M. Kozjevnikov u in een onderhoud op 28 december 1960, in aanwezigheid van de redacteur van de proza-afdeling B.E. Galantjor, alle oordelen van de leden van de redactieraad over uw roman uiteengezet. Hij heeft u nogmaals bevestigd dat de redactieraad heeft besloten de roman Leven en lot af te wijzen.

In verband met deze beslissing zegt de redactieraad van ons tijdschrift het contract voor de roman Leven en lot op. Het door u ontvangen voorschot ter hoogte van 16587 roebel hoeft niet te worden terugbetaald.

V. Katinov, verantwoordelijk redactiesecretaris van Znamja.

Dit is de enige reactie uit literaire kringen op zijn boek die Vasili Grossman ooit heeft gekregen. Een tijdlang hoopte hij dat Aleksandr Solzjenitsyn hem zou komen opzoeken, vertelt de met Grossman bevriende dichter en vertaler Semjon Lipkin in een mooi boek met herinneringen aan hem, maar dat is natuurlijk nooit gebeurd. Toen hij in 1964 stierf, was hij een grotendeels vergeten schrijver.

Ongemakkelijk voel ik me ook omdat vertalen altijd een vorm van verraad is. Hoe meer bewondering je hebt voor een roman, hoe sterker je je bewust bent van het ongeoorloofde van de poging die uit elkaar te trekken en naar eigen inzicht weer op te bouwen. Een vertaler probeert zich hiervoor te verontschuldigen door zich zo onzichtbaar mogelijk te maken. Een goede vertaler is geen virtuoos op zoek naar ‘leuke vondsten’, maar iemand die bescheiden genoeg is om zijn eigen toon te laten varen in een poging die van iemand anders zo dicht mogelijk te benaderen. Als vertaalster voor een publiek gaan staan klopt naar mijn gevoel dus niet helemaal.

Vertalen is – iedereen kan deze zin zonder nadenken aanvullen – een eenzaam beroep. Dit was de eerste vertaling die ik maakte waarbij ik meteen begreep dat ik het niet alleen af zou kunnen: ik ben geen majoor, geen historica en al helemaal geen natuurkundige. Toch duurde het anderhalf jaar tot ik durfde toegeven dat dit geen proeve van bekwaamheid was, maar een free fight, waarbij alle middelen toegestaan waren. Vanaf dat moment, toen de vertaling al vrijwel af was, maar nog bezaaid stond met sterretjes bij alle passages waar ik twijfels over had, ben ik hulptroepen gaan verzamelen. Kolonel b.d. Fico van den Dungen heeft me voor ontelbare blunders in de militaire terminologie behoed. Koenraad en Olga Blansaer, Igor Bratus, Marina en Vjatsjeslav Daiman (majoor en violist) zijn bijgesprongen waar mijn kennis van het Russisch tekortschoot. Hilde Pach heeft me geholpen met de Nederlandse spelling van Jiddische woorden in de roman. Ton Zwaan heeft het hele manuscript in een paar weken gelezen en van nauwkeurig historisch commentaar voorzien, en Ingrid Mersel is de meest precieze en geduldige redactrice die ik ken (‘persklaarmaker’ heb ik altijd een vernederende term gevonden voor mensen die zulk belangrijk en onderbetaald werk doen).

De waardering voor Leven & lot geldt natuurlijk in de eerste plaats de Russische roman, en ik ben dankbaar dat ik als beginnend vertaalster de kans kreeg om dit boek te vertalen. Bij het gilde van de merendeels uitstekende Nederlandse vertalers uit het Russisch hoor ik nog niet helemaal, maar ik zal de prijs opvatten als een aansporing om daar verandering in te brengen. Ik wil de jury daarvoor hartelijk bedanken.

froukjedankwoord
froukje1
froukje2 froukje3

biografische schets van froukje slofstra

Froukje Slofstra werd in 1977 te Abcoude geboren.
Ze bezocht het Sint-Ignatiusgymnasium in Amsterdam en studeerde Russische taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam.

Sinds 2003 werkt ze als freelance redacteur en vertaalt ze uit het Russisch, Frans, Duits en Engels.

Van 2001 tot 2006 woonde ze in Parijs; sinds 2007 woont ze in New York.


vertalingen door froukje slofstra

2003

M. Ignatieff, Afgedwongen vrijheid (uit het Engels), Cossee

2004

Anoniem, Een vrouw in Berlijn (uit het Duits), Cossee
W. Kaminer, De reis naar Verweggistan (uit het Duits), Cossee
J. Erdal, Altijd een ander (uit het Engels), Cossee

2005

J.C. Wagner, IJsmaan (uit het Duits), Cossee
L. Dupuy, Grenzeloze tijd en fictieve geografie. Jules Vernes reis naar het middelpunt der aarde (uit het Frans), De Gids
S. Aleksiëvitsj, Het gebed van Tsjernobyl. Kroniek van de toekomst (uit het Russisch), De Gids

2006

S. Scheuermann, Omgeven door bliksem (uit het Duits), Cosee
V. Pelevin, De helm der verschrikking (uit het Russisch), De Bezige Bij
S. Audeguy, De heer van de wolken (uit het Frans), Cossee

2008

V. Grossman, Leven & lot (uit het Russisch), Balans

 

ENKELE FRAGMENTEN UIT LEVEN & LOT VAN VASILI GROSSMAN